Het snoeien van zomerbloeiende heesters
Er is een groep van zomerbloeiende struiken die bloeien op de takken die vanaf het voorjaar aangroeien. Snoei is hier dus eenvoudig. Door te snoeien in maart of april ontwikkelen zich vanaf dat moment nieuwe takken waarop in de zomer bloemen verschijnen. In de regel kan diep worden teruggesnoeid, afhankelijk van hoe groot de plant uiteindelijk uitgroeit. Vlinderstruik en pluimhortensia bijvoorbeeld komen tot 2 meter hoogte en snoei je terug tot circa 40-50 cm. Caryopteris en laatbloeiende (let op, er zijn ook vroegbloeiende soorten!) Ceanothus halen amper een meter hoogte en mogen daarom wat korter, tot 20-30 cm gesnoeid worden. Na de snoei is het misschien schrikken. Waar is mijn struik gebleven? Maar wie even geduld heeft en wacht op aangename voorjaarstemperaturen en het lengen van de dagen, ziet de plant zich binnen een paar weken herstellen. Een rijke bloei in de zomer is dan gegarandeerd!
Links: Buddleja davidii ‘Pink Delight’ – vlinderstruik Rechts:Ceanothus ‘Gloire de Versailles’ – herfstsering
Het snoeien van verdorde vaste planten
Vroeger schoonde men elke herfst de gehele tuin. Afgevallen blad moest weg en de kruidachtige vaste planten knipte men af. De tuin moest winterklaar. Zo heette dat in de volksmond en zo nam men die gewoonte van elkaar over.
De tijden zijn veranderd. Herfstblad mag weer blijven liggen en verdorde planten mogen blijven staan. Dat geeft een ander winterbeeld. Slordiger misschien maar zeker ook interessanter. Valt er sneeuw op dan ontstaat er meteen een fraai winterdecor, vogels gebruiken het verdorde materiaal graag als nestmateriaal en insecten vinden overal ruimte om aangenaam te overwinteren. De natuur is er dus blij mee, het verrijkt het leven in de tuin.
Snoeien hoeft alleen vroeg in het voorjaar. Net voordat alles weer begint uit te lopen, mogen alle verdroogde bovengrondse delen worden weggeknipt.
Een fraai winterbeeld van berkenstammen, verdroogde grassen en de uitgebloeide bloemen van Hydrangea ‘Annabelle’.
